Locatie: | één of meerdere melkklieren |
Gedrag: | Grote variatie |
Diagnose: | Cytologie, histologie, echografie, radiografie |
Behandeling: | Chirurgie ± sterilisatie |
Prognose: | Grote variatie. Groot deel kan genezen worden met gepaste chirurgie. |
Locatie: | één of meerdere melkklieren |
Gedrag: | Grote variatie |
Diagnose: | Cytologie, histologie, echografie, radiografie |
Behandeling: | Chirurgie ± sterilisatie |
Prognose: | Grote variatie. Groot deel kan genezen worden met gepaste chirurgie. |
Melkkliertumoren bevinden zich ter hoogte van de melkklieren. Een of meerdere melkklieren kunnen aangetast zijn.
Individuele melkkliertumoren kunnen van goed- naar kwaadaardig evolueren. De kans op kwaadaardigheid neemt toe met de tumorgrootte. Bij kwaadaardige tumoren is de kans op uitzaaiing kleiner dan 50%. Melkkliertumoren zaaien meestal uit naar de lokale lymfeknopen, de lever, longen en het bot.
Melkkliertumoren komen regelmatig voor bij honden en vormen de meest voorkomende tumor bij niet-gesteriliseerde teven. Bij honden vormt blootstelling aan hormonen van de eierstokken immers een belangrijke factor in de ontwikkeling van melkkliertumoren. Het treft vooral honden van middelbare leeftijd en oudere honden. Het is erg zeldzaam bij honden jonger dan 5 jaar.
Een hoger risico op ontwikkeling van dit type tumor werd gemeld voor kleine rassen: Cocker Spaniel, Chihuahua, Maltezer, Poedel, Teckel, Yorkshire Terrier. Sommige grotere rassen met een groter risico houden in: Boxer, Duitse Herders, Dobermann, Engelse Springer Spaniel, Engelse Setter, Epagneul Breton, Pointer.
Voelbare gezwellen ter hoogte van de melkklieren. De meeste gezwellen komen voor aan de klieren die zich het dichtst bij de staart bevinden. Meer dan 70% van de niet-gesteriliseerde teven heeft op het moment van diagnose meer dan 1 melkkliertumor. De grootte van de tumor, het stadium van de ziekte en de aanwezigheid van algemene tekenen van ziekte variëren erg.
Vanwege het risico op uitzaaiing wordt stageren steeds aangeraden alvorens met de behandeling te starten.
Stage | tumorgrootte | lymfeknoopstatus | uitzaaiing |
---|---|---|---|
Stage 1 | kleiner dan 3 cm | negatief | afwezig |
Stage 2 | tussen 3 en 5 cm | negatief | afwezig |
Stage 3 | groter dan 5 cm | negatief | afwezig |
Stage 4 | elke grootte | positief | afwezig |
Stage 5 | elke grootte | elke status | aanwezig |
Stageren houdt volgende tests in:
Indien er geen uitzaaiingen aanwezig zijn en er een enkele kwaadaardige tumor aanwezig is draagt een wijde chirurgische verwijdering (oa 2 cm marge en een weefsellaag in de diepte) de voorkeur weg. Zijn er meerdere tumoren aanwezig kan men overwegen om de hele melklijst te verwijderen.
Bij uitzaaiingen raadt men aan om sterilisatie samen met tumorwegname (of binnen de 2 jaar voordien) uit te voeren aangezien dit het gehalte aan tumorvoedende hormonen kan doen dalen en zo de overleving verbeteren. De efficiëntie van deze behandeling hangt samen met het voorkomen van hormoonreceptoren in de tumor. Zijn ze aanwezig, is de kans groter dat sterilisatie effect heeft.
Er worden erg brede variaties aan gemiddelde overlevingstijden gerapporteerd voor kwaadaardige tumoren. Deze variatie is over het algemeen afhankelijk van de tumorgrootte, betrokkenheid van de lymfeknopen en de stage van de tumor.
Honden met een tumor kleiner dan 3 cm overleven duidelijk langer dan honden met een tumor groter dan 3 cm diameter. De grootte van de tumor speelt echter geen rol als er uitzaaiingen naar de lymfeknopen zijn. Hoe hoger de stagescore, hoe slechter de prognose.
Verzwering van de huid, bloed/lymfevatinvasie, hoge mitose-index op het weefselstaal, gebrek aan hormoonreceptorexpressie in kwaadaardige tumoren en sarcomen worden geassocieerd met een slechtere prognose.
Universiteitskliniek Gezelschapsdieren
Utrecht, Nederland
Hofheim Small Animal Clinic
Hofheim, Duitsland